Lid worden

Wat krijg je voor 90 euro per jaar?

  • Behartiging van de belangen van de leraren in het primair en voortgezet onderwijs
  • Inclusief rechtshulp bij vragen of problemen op uw werk
  • Faciliteiten op de website
  • Maandelijks de LIA-nieuwsbrief
Meld je nu aan

2010-11-16 LIA meets VELON: uitkomsten symposium

16-11-2010
LIA ging op vrijdag 12 november de discussie aan met leden van de VELON, de vereniging van lerarenopleiders in Nederland. Doel was om te kijken hoe LIA en VELON samen kunnen werken om de kwaliteit van de lerarenopleidingen en daarmee die van het voortgezet onderwijs te verhogen. Aan de hand van stellingen werd een stevig gesprek gevoerd over goed leraarschap, de kwaliteit van de lerarenopleiding en de aantrekkelijkheid van opleidingsroutes voor onbevoegden. Hieronder de belangrijkste uitkomsten:

1) Leraren en opleiders zitten in hetzelfde schuitje als het gaat om onderwijskwaliteit: iedereen wil het beste, maar mist de noodzakelijke middelen!

2) Leraren en opleiders moeten de krachten meer bundelen om deze middelen bij de verantwoordelijken af te dwingen. LIA kan en wil daar als vakbond een rol in spelen.

3) De noodzaak van de lesbevoegdheid staat niet ter discussie: iedere leraar moet bevoegd (en bekwaam) zijn. Over relevante wegen naar de bevoegdheid moet uitvoeriger gesproken worden.

4) Er zijn veel verschillende routes, trajecten en instituten die tot leraar VO opleiden. LIA is erg huiverig voor het fenomeen ‘shoppen’ bij opleidingen. Er moet meer regie en visie komen in dit veld om de basiskwaliteit te waarborgen.

5) Er is verschil in visie op de rol van onderzoek in de opleiding en praktijk. LIA wil vooral nadruk op vakinhoud en –didactiek en minder op praktijkonderzoek en pedagogiek. Over dit verschil moet uitvoeriger gesproken worden.

6) Negatieve beeldvorming over ‘de lerarenopleiding’ speelt een rol voor onbevoegden die geen opleiding (willen) volgen. Dit beeld moet veranderen door meer relevante trajecten aan te bieden en leraren op hun verantwoordelijkheden te wijzen.

7) Het is voor LIA erg lastig om greep te krijgen op de grote hoeveelheid regelgeving die door opleidingen en beleidsmakers geformuleerd wordt en de werkvloer beïnvloedt. LIA wil hier directer bij betrokken worden.  

8) De professionele leraar is voor LIA en VELON belangrijk. De vorming tot bevoegde en bekwame leraar houdt niet op na de basisopleiding. LIA wil dat de wisselwerking tussen (stage)scholen en opleidingen vruchtbaarder wordt.

De discussie heeft duidelijk gemaakt dat vervolgoverleg wenselijk is. LIA wil graag gezien worden als nuchtere, heldere denktank bij overleg tussen beleidsmakers, opleiders en leraren.

Met dank aan Ronald Snoek en Erik Bolhuis van VELON voor de organisatie.

David Geneste en Ronald Cilon, bestuursleden LIA

Een uitgebreidere toelichting:

Basiskwaliteit
LIA en VELON moeten zich samen sterk maken voor de basiskwaliteit en professionele houding van de leraar. Dat vraagt inspanning vanuit de lerarenopleiding en de leraar, maar ook van de schoolleiding. Bovendien moeten we voorkomen met beschuldigende vinger naar elkaar te wijzen; we zitten immers voor 90% in hetzelfde schuitje, als het gaat om de houding van OCW naar voortgezet en hoger onderwijs. Bij het verkrijgen van de noodzakelijke randvoorwaarden om kwaliteit te leveren, moeten we dus zoveel mogelijk gezamenlijk optrekken tegen de verantwoordelijken (i.c. OCW, HBO en VO-Raad).  

Professionele kwaliteit
LIA en VELON vinden elkaar ook op het thema van professionele kwaliteit. Deze kwaliteit kan niet alleen in de initiële lerarenopleiding gewaarborgd worden, maar vraagt ontwikkeling en onderhoud gedurende de hele loopbaan. Het is wel van belang om helderheid te creëren ten aanzien van de visie op het beroep van leraar die daarbij gehanteerd wordt. LIA vindt vakinhoud en -didactiek in dit stadium bijvoorbeeld belangrijker dan een onderzoekende houding. Leraren moeten zich meer als professionals opstellen en gebruik maken van beschikbare faciliteiten voor op- en nascholing. De samenwerking tussen stagescholen en opleidingen moet intensiever. Hierbij kan de rolverdeling tussen theorie en praktijk misschien meer aan de ontvangende school overgelaten kan worden. De werkvloer moet ook directer betrokken worden bij het opzetten van het lerarenregister.

Routes voor onder- of onbevoegden
De opleidingen zijn zich bewust van het feit dat onbevoegde ‘leraren’ via meer relevante en inspirerende opleidingsroutes hun bevoegdheid moeten kunnen halen. Daarbij moet geen concessie gedaan worden aan het niveau van de opleiding. Ook hier geldt dat er meer faciliteiten afgedwongen moeten worden, zowel bij de school – die daar subsidie voor krijgt – als bij de overheid. Over het opzetten van een ‘bevoegdheidsmonitor’ voor onbevoegde leraren die reeds enige tijd met succes lesgeven, moet uitvoeriger gesproken worden.  

Beeldvorming
Volgens de opleiders hebben (onbevoegde) leraren een te eenzijdig en negatief beeld van ‘dé lerarenopleiding’, die volgens hen niet bestaat. Het is tegenwoordig bijvoorbeeld mogelijk om te gaan ‘shoppen’ bij concurrerende opleidingen om zo een zo snel mogelijk opleidingstraject af te ronden. LIA is absoluut geen voorstander van het shoppen bij opleidingen, omdat de onderlinge concurrentiestrijd geen kwaliteitsgarantie biedt en opleidingen uit elkaar drijft. De opleiders hebben op hun beurt vaak het gevoel dat (onbevoegde) leraren niet geïnteresseerd of gemotiveerd genoeg zijn voor het volgen van een opleiding. Een aantal opleiders vindt het opmerkelijk dat leraren niet eisen van directies dat wettelijke subsidies voor na- en opscholing ook daadwerkelijk daarvoor gebruikt worden. Probleem hierbij is, dat opleiders de leraar en de schoolleiding te veel met elkaar vereenzelvigen, terwijl iedere leraar weet dat het er op veel scholen helaas niet zo harmonieus aan toe gaat.