Hoe staat het met de cao-onderhandelingen vo?
18 - 11 -2017
De onderhandelende bonden (AOb, CNVO, FvOv en FNV Overheid)
hebben op 8 en 14 november met de VO-raad gesprekken gevoerd. Doel van deze
gesprekken is om tot een nieuwe cao vo 2017 – 2018 te komen. De gesprekken
liggen nu stil, omdat de partijen de resultaten van de gesprekken eerst willen
toetsen bij hun achterban.
LIA betreurt het dat de cao-onderhandelingen wederom zo
traag dreigen te verlopen als zo vaak in het verleden. Beide onderhandelende partijen
zijn het erover eens dat het kabinet extra investeringen moet doen in het
voortgezet onderwijs, maar de inzichten over het ‘hoe’ liggen ver uit elkaar.
De partijen zijn volgens de laatste berichten niet verder
gekomen dan het bespreken van verschillende onderwerpen die ze als inzet van de
onderhandelingen in eerdere brieven hadden opgesteld.
Zo wensen de onderhandelende bonden aandacht voor een naar
de mening van LIA zeer bescheiden verbetering van het salaris, aanpak van de werkdruk
met minder lessen per leraar en kleinere klassen, en voor verruiming van de scholingsmogelijkheden.
LIA is blij dat ons jarenlange pleidooi voor maximaal 20 lessen
per leraar en maximaal 24 leerlingen per klas nu eindelijk ook door de bonden
aan de onderhandelingstafel is overgenomen, maar kan alleen maar hopen dat er
nu door de onderhandelende bonden ook werkelijk hard ingezet zal worden op
verwezenlijking van deze doelen.
De VO-raad wil daarentegen nadrukkelijk nog meer bewegingsruimte
voor het eigen beleid om daarmee zo goed mogelijk in te spelen op de lokale
behoeften en omstandigheden. De VO-raad acht daarom een op detailniveau
uitgewerkte landelijke cao hiervoor niet het beste instrument.
LIA vreest dat de door de VO-raad zo gewenste
beleidsvrijheid geenszins een garantie biedt voor afname van de werkdruk of
verbetering van de arbeidsvoorwaarden. De werknemers zullen op deze wijze
steeds meer afhankelijk worden van de grillen van de onderwijswerkgevers en het
gevaar van rechtsongelijkheid is zeker niet ondenkbeeldig.
Zo uitte voorzitter Paul Rosenmöller van de VO-raad onlangs
nog de wens om te komen tot minder te geven lessen voor leraren, zodat zij meer
ruimte en tijd krijgen om hun lessen te ontwikkelen en hun vakkennis te
vergroten. LIA is van mening dat dit punt zwart op wit in de nieuwe cao vo moet
worden opgenomen om werkelijk gerealiseerd te kunnen worden.
Voorts wenst de VO-raad te (blijven) morrelen aan onze arbeidsvoorwaarden en komt niet met voorstellen voor verbeteringen, maar wederom met louter verslechteringen en stelt voor:
- de betere rechten voor tijdelijke werknemers in te ruilen voor de basisrechten op grond van het Burgerlijk Wetboek
- wijzigingen in het taakbeleid zonder de 2/3 goedkeuring van het personeel door te kunnen voeren
- in afwijking van de wet Werk en Zekerheid onbevoegden 4 jaar lang tijdelijk in dienst te kunnen blijven houden
- in een krimpsituatie af te wijken van de ketenbepaling zodat het mogelijk wordt om maximaal vier tijdelijke arbeidscontracten in vier jaar af te sluiten
- het salarisbouwwerk te vereenvoudigen en mogelijk te morrelen aan de bindingstoelage en andere toeslagen
- de automatische periodiek af te schaffen
- te morrelen aan het persoonlijk budget
- soorten van verlof aan te merken als een verlaging van de formele werktijdfactor (hierdoor kan bijvoorbeeld in het taakbeleid de deskundigheidsbevordering worden toegewezen en berekend na aftrek van verlofuren met als gevolg minder uren deskundigheidsbevordering)
- de verlofregelingen (hoofdstuk 16 van de huidige cao vo) te schrappen en terug te vallen op wettelijke basisregelingen (zoals de wet Arbeid en Zorg, WAZO, met uitzondering van de huidige cao afspraken omtrent het ouderschapsverlof)
- de afkoopregeling bovenwettelijke uitkering te schrappen
Gezien deze door de VO-raad voorgestelde maatregelen, kan
LIA niet tot een andere conclusie komen dan dat de werkgevers geen echte plannen
wensen te realiseren om de werkdruk daadwerkelijk omlaag te brengen, het
lerarentekort aan te pakken en het beroep van leraar weer aantrekkelijk te
maken. Het ontbreekt de onderwijswerkgevers aan echte daden om de problemen in
het onderwijs op te lossen. Men gaat liever verder op de voor de VO-raad sinds
jaar en dag ingeslagen succesvolle weg om de schoolbegrotingen sluitend te
maken over de ruggen van het onderwijspersoneel.
Vanwege de grote verschillen tussen de onderhandelende
partijen lijkt het een grote opgave te worden om te komen tot een voor het
personeel in het voortgezet onderwijs goede nieuwe cao. Veel zal daarbij,
gezien de opstelling van de VO-raad, afhangen van de kracht en het
doorzettingsvermogen van de bonden. LIA houdt het goed in de gaten en zal op de
wijze die u van ons gewend bent de druk flink op de ketel houden.
Inzet AOb:
https://www.aob.nl/nieuws/aob-eist-meer-salaris-en-lesreductie-in-het-voortgezet-onderwijs/