Lid worden

Wat krijg je voor 90 euro per jaar?

  • Behartiging van de belangen van de leraren in het primair en voortgezet onderwijs
  • Inclusief rechtshulp bij vragen of problemen op uw werk
  • Faciliteiten op de website
  • Maandelijks de LIA-nieuwsbrief
Meld je nu aan

2009-06-20 Leraren met lef

 

NRC Handelsblad 20-06-2009.  Leraren in actie op zoek naar leraren met lef


Het lerarentekort loopt terug, door de crisis. Maar opgelost is het allerminst. Twee groepen in het onderwijs luiden de noodklok over de grootste bedreiging voor het onderwijs. „Het is te stil.”


Door onze redacteur   JAPKE-D. BOUMA

 

Het was begin 2008, vlak na de kerstvakantie. „We stonden bij de koffieautomaat in de lerarenkamer en we waren boos”, zegt Peter Althuizen. Hij is docent klassieke talen aan het Aloysius College in Den Haag.

 

Minister Plasterk van Onderwijs (PvdA) had vlak daarvoor zijn plannen bekendgemaakt om het lerarentekort op te lossen: het Actieplan Leerkracht. Leraren gingen sneller stijgen in salaris, meer leraren zouden in een hogere salarisschaal terecht komen. Er kwamen toeslagen voor leraren in de Randstad, maar ze moesten wel langer doorwerken.

 

„Aan de werkdruk werd niets gedaan”, zegt Althuizen. „En de salarissen zouden ook na stijging nog steeds niet concurrerend zijn met die van het bedrijfsleven en de overheid. Dat was voor ons onacceptabel. Daar is het idee ontstaan om een nieuwe vakbond voor leraren op te richten.”

 

Deze week is de vakbond begonnen, hij heet lerareninactie.

 

Tegelijkertijd probeert vanuit Amsterdam, Utrecht en het Utrechtse Doorn een andere groep het lerarentekort terug op de maatschappelijke agenda te krijgen. Het gaat om een lerarenopleider (Dick de Wolff), een schoolbestuurder (Pieter Hettema), een adviseur lerarenbeleid (Ria Sluiter) en de directeur van een wervingsbureau voor leraren De Docentenbank (Allert de Geus). Ze noemen hun beweging ‘leraren met lef’.

 

De komende acht tot tien jaar vertrekt driekwart van de leraren uit het onderwijs. „Waarom slaat niemand harder alarm”, zegt De Geus. „We vinden het momenteel verdacht stil in het onderwijs.”

 

Uit eigen onderzoek van De Docentenbank blijkt dat er nu al grote tekorten aan docenten zijn in de Randstad, en dan vooral in Nederlands, Engels en wiskunde. „Als dat nu al zo is, vragen we ons af of het Nederlandse onderwijs wel stormvast is om de enorme orkaan het hoofd te bieden die de komende jaren nog over ons heen zal komen”, zegt De Geus. „Er gebeurt nu veel te weinig.”

 

De beweging heeft drie debatten georganiseerd; een met docenten, een met studenten en een met schooldirecteuren. Doel: te weten komen waar de belangrijkste mogelijkheden en knelpunten liggen bij de oplossing van het lerarentekort. Samen werken ze aan een manifest dat later deze maand uitkomt. Door het „mobiliseren van positieve krachten en goede voorbeelden” willen ze de huidige ‘stilte voor de storm’ doorbreken.

 

Maar wacht even. Het lerarentekort. Daar wordt toch van alles aan gedaan, dat wordt toch opgelost?

 

Dit doet het ministerie aan het lerarentekort
Op 24 november 2007 presenteerde minister Plasterk (Onderwijs, PvdA) het ‘Actieplan Leerkracht’ dat het lerarentekort moet oplossen. Het was het antwoord op het advies van een commissie onder voorzitterschap van Alexander Rinnooy Kan van eerder dat jaar.

 

De belangrijkste punten: In de vier grote steden en Almere komt een groter deel van de docenten in het voortgezet onderwijs in aanmerking voor een hoger salaris omdat daar de tekorten het grootst zijn.

 

In het basisonderwijs stijgen de salarissen voor goed presterende leraren met 6,5 procent; tot 8,5 procent in het mbo en tot 10 procent in het voortgezet onderwijs. Scholen moeten een professioneler personeelsbeleid opzetten om docenten te gaan beoordelen. Schooldirecteuren in het basisonderwijs krijgen er 275 euro bruto per maand bij. In 2014 moet 65 procent van de leraren in de twee hoogste salarisschalen voor leerkrachten zitten (LC en LD). Nu zit 65 procent in LB. Er is een scholingsbeurs voor leraren gekomen. De kosten voor de plannen lopen op tot een jaarlijks bedrag van iets meer dan een miljard in 2020. Nederland stevent af op een lerarentekort tot 14 procent in sommige sectoren, zo schreef Rinnooy Kan.

 

September 2007 kwam een commissie onder leiding van Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van de Sociaal Economische Raad (SER), met een advies dat door het hele veld werd omarmd, inclusief de politiek. Leraren moesten meer betaald krijgen, vooral als ze hoger opgeleid waren. Het vak van leraar moest weer aan de docenten worden teruggegeven. Plasterk nam niet alles over van het advies, maar maakte op grond ervan een jaarlijks bedrag vrij dat oploopt tot iets meer dan een miljard in 2020.

 

Nu, bijna twee jaar later, zijn er lichtpuntjes. Het afgelopen jaar is, voor het eerst sinds 2005 het aantal vacatures in het onderwijs weer gedaald. Maar of dat door het Actieplan komt...

 

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) denkt dat het aantal vacatures gedaald is door de crisis, de Algemene Onderwijsbond zegt dat daarnaast oudere leraren langer doorwerken. Er is dus nog geen reden om te juichen. Het aantal onbevoegde docenten voor de klas is volgens minister Plasterk „aanzienlijk”. Volgens een woordvoerder van de HBO Raad blijft het aantal aanmeldingen voor de pabo’s het komende studiejaar stabiel. Bij de tweedegraads lerarenopleidingen wordt volgens hem een krimp van 1 à 2 procent voorspeld (ongeveer 100 studenten minder). De Vereniging van Universiteiten zegt dat de belangstelling voor de universitaire lerarenopleidingen iets is toegenomen, maar dat die de gigantische tekorten die verwacht worden, niet kan opvangen.

 

Hoe kan je het leraarsvak aantrekkelijker maken?

 

Tijdens één van de brainstormsessies van ‘de leraren met lef’ beweging – die met docenten – vlogen de opties over tafel.

 

Je moet de eisen voor lerarenopleidingen verhogen, dan wordt het vak juist aantrekkelijker. Je moet geen genoegen nemen met onbevoegden voor de klas. Je moet voortdurend vertellen hoe leuk het vak is. Tijdens de sessies was eigenlijk één ding heel duidelijk, zegt een van de initiatiefnemers Ria Sluiter: initiatieven van leraren zélf zijn de beste promotie voor het beroep.

 

De overheid probeert het tekort onder meer aan te pakken met een betere beloning.

In Actieplan Leerkracht staat dat in 2014 65 procent van de leraren in de bovenste twee salarisschalen voor docenten moet zitten (LC en LD). Nu zit 65 procent nog in een lagere schaal, LB. Verder moeten scholen hun docenten professioneler gaan beoordelen via functioneringsgesprekken op grond waarvan ze meer of minder kunnen gaan verdienen. Zoals dat al in het bedrijfsleven gebeurt.

 

Maar dat gaat in het onderwijs niet zo snel, zo oordeelde de Tweede Kamer vorige week tijdens een debat over de voortgang van het Actieplan Leerkracht. De regeringspartijen PvdA en CDA denken dat het uiteindelijk wel goed komt met het halen van de quota voor LD-schalen. Maar de partijen maken zich wél zorgen over het opzetten van het professionelere beloningsbeleid door scholen.

 

Rinnooy Kan schreef al in 2007 dat scholen daar niet zo snel mee zijn, en adviseerde daarom een makkelijk, automatisch, beloningsbeleid: hoe hoger de opleiding, hoe hoger het salaris van de leraar. Dat advies nam Plasterk echter niet over. En daarom zijn docenten nu afhankelijk van hun directeur of ze meer geld krijgen.

 

„Het is nu nog vaak zo dat de oudste leraar de hoogste schaal krijgt, niet de leraar die het beste is”, zegt Kamerlid Marianne Besselink (PvdA). Ze vindt dat de minister „vaart moet maken” met het actieplan.

Maar de politiek kan weinig doen. De Kamer kan de scholen op de huid zitten, en steeds blijven vragen hoeveel docenten ze bevorderd hebben, hoeveel er wordt gedaan om jonge leraren aan zich te binden en begeleiden, hoeveel functioneringsgesprekken er al gevoerd zijn. Maar uiteindelijk hebben schoolbesturen de zeggenschap over de inzet van geld.

 

Een minder ervaren leerkracht is goedkoper dan een ervaren, en een assistent voor de klas kost minder geld dan een bevoegde leraar. Den Haag kan schoolbesturen niet verplichten dure leerkrachten aan te trekken zolang hun scholen binnen de kaders van de wet blijven.

 

Kamerlid Jan Jacob van Dijk van het CDA zit daar wel eens met „gekromde tenen” naar te kijken. Maar zo liggen de verhoudingen, zegt hij. „We moeten er vertrouwen in hebben dat het goed komt, en dat heb ik ook.” De SP vindt dat „een boterzachte, een beetje Balkenende achtige toezegging”. Hoezo vertrouwen hebben, zegt SP Kamerlid Jasper van Dijk. „Wij vinden dat het ministerie veel meer de regie moet nemen.”

 

Volgens onderwijscolumnist, docent en lerarenopleider Ton van Haperen ís er helemaal geen lerarentekort. Hij schreef vorige week in deze krant dat er genoeg leraren zijn. Ze besteden alleen te weinig tijd aan lesgeven. In plaats daarvan gaan ze managen, of coördineren, want daarmee kunnen ze meer verdienen dan met lesgeven.

 

Er is ook genoeg te managen in het onderwijs, zegt Van Haperen. Neem de gratis schoolboeken, of de maatschappelijke stage, de nieuwe wet passend onderwijs die zorgleerlingen een plek moet geven, de betere voorlichting die scholen moeten geven over studiekeuze. „De overheid heeft hen dat allemaal opgelegd, maar scholen moeten het wel gaan managen.”

 

Peter Althuizen van de nieuwe vakbond lerareninactie maakt zich zorgen of leerlingen over tien jaar nog wel bevoegde docenten tegenover zich zullen vinden. De accenten in het beleid liggen verkeerd, zegt hij. Neem de 20 miljoen die onlangs door het ministerie beschikbaar is gesteld voor „creatieve oplossingen voor het lerarentekort”. Er wordt dan gezegd dat bijvoorbeeld proefwerken door anderen nagekeken kunnen worden, zodat de leraar ontlast wordt. „Maar wat willen ze dan? Dat ik iemand anders ga vragen mijn Latijnse proefwerken na te kijken? Of dat ik al mijn proefwerken moet omzetten naar multiple choice?”

 

De Geus van de lerarenmetlef is het met hem eens. Zijn beweging is er bijvoorbeeld niet tegen om studenten in te zetten voor de klas, of tijdelijk werklozen, zoals minister Donner deze week nog opperde. Of studenten die louter een educatieve minor hebben gevolgd (idee van CDA-staatssecretaris Van Bijsterveldt van Onderwijs). Maar het lerarentekort los je er niet mee op, vindt De Geus. Daarvoor zijn gewoon meer bevoegde docenten nodig.

 

Er komt ook een ‘monitor’ om te onderzoeken waarom jonge docenten het onderwijs verlaten. Althuizen van lerareninactie: „Zorg liever dat die jongeren het onderwijs níet verlaten. Het lijkt wel of ze het niet snappen.”