2012-04-09 Doorbijten
09-04-2012
Onderwijsvakbonden blaffen even, maar bijten niet.De driedaagse staking in het voortgezet onderwijs van LIA in januari van dit jaar heeft de andere onderwijsbonden na meer dan 25 jaar lethargie een beetje wakker geschud. Ook zij zijn nu in actie gekomen. Er is echter meer nodig.
De minister van onderwijs is niet gevoelig voor alle recente acties. Daarom moet er nieuw bloed aan de onderhandelingstafel komen en moeten de bonden samen optrekken en elkaar niet uitsluiten.
De bonden oude stijl denken daar anders over en accepteren LIA alleen maar aan de onderhandelingstafel als LIA zich aansluit bij een vakcentrale. LIA wil echter onafhankelijk blijven en niet opgaan in een bestaande vakcentrale om mee te mogen piepen onder de vleugels van een andere onderwijsbond. Verwatering van de standpunten van LIA is nou net datgene wat het voortgezet onderwijs niet nodig heeft.
LIA is een onderwijsvakbond voor en door leraren, die midden op de werkvloer staat en geen beroepsbestuurders heeft. De recente roep om vernieuwing binnen de vakbondswereld blijkt nu van bordkarton te zijn. Als puntje bij paaltje komt, verdedigen de bondsbonzen liever hun plekje op het pluche.
Liever dan de minister en coalitie flink op de huid te zitten, gaat men op bezoek bij een door de ChristenUnie georganiseerde ‘Verzoendag’ met de politiek om ervoor te zorgen dat men ‘weer door een deur kan’ en om ‘de lucht te klaren’. Tot afgrijzen van de achterban werden er zelfs excuses aan de politiek aangeboden.
Excuses voor het belabberde onderwijsbeleid of voor de denigrerende houding ten opzichte van leraren worden echter door de politici zelf niet gemaakt. Een onvervalste gotspe.
De eisen van LIA zijn pittiger dan die van de andere bonden, maar die eisen zijn hard nodig. Onderhandelaars moeten dan ook zeker niet vooraf aangeven wat ze willen inleveren. CNV gaf onlangs nog al voor de onderhandelingen aan akkoord te gaan met een nieuwe nullijn. De leraren in het voortgezet onderwijs staan echter al twee jaar op de nullijn. Zij hebben daardoor een nog grotere loonachterstand opgelopen. Een flinke loonsverhoging is juist nodig.
Uit recent onderzoek van DUO Onderwijsonderzoek bleek ook dat de werkdruk in het voortgezet onderwijs veel te hoog is. We moeten daarom per leraar naar maximaal 20 lessen per week aan klassen van maximaal 24 leerlingen en de bureaucratie moet flink minder worden. Alleen zo krijgt Nederland weer voldoende nieuwe bevoegde leraren en krijgen leraren weer de tijd om kwaliteit te leveren.
Als we nieuwe, goede en bevoegde leraren willen aantrekken, is er meer nodig dan wat geinige experimentjes en een VVD-speeltje als de voorgenomen prestatiebeloning.
In plaats van zich daarvoor in te zetten, doen de gevestigde bonden liever aan pappen en nathouden. Bewaart men liever de lieve vrede omwille van een toekomstige functie na de vakbondsloopbaan? Komt men daarom niet echt op voor de positie en arbeidsvoorwaarden van de leraar zelf? Accepteert men daarom het immense kwalitatieve lerarentekort?
Waarom zijn ze zo bang voor de publieke opinie? Ze staken wel, maar doen dat ‘voor de kinderen’. Daarom bieden ze bijvoorbeeld aan het geld van de prestatiebeloning niet voor arbeidsvoorwaarden als loon en werkdrukverlaging in te zetten, maar om de bezuinigingen op het speciaal en passend onderwijs terug te draaien.
Geen bond durft de regering te vertellen dat de bezuinigingen elders gevonden moeten worden. Geen bond legt de coalitie uit dat er nu behoefte is aan een visie die onderwijs weer de plek geeft die het verdient. Onderwijs is de motor om uit de crisis te komen en bezuinigen op de motor is uit den boze. Het gevaar van een vastloper ligt om de hoek te wachten.
De maand april is niet de juiste maand om weer in winterslaap te gaan. Weer een slechte cao is een ramp voor het voorgezet onderwijs, net zoals de invoering van passend onderwijs, de wetswijziging op de onderwijstijd en vakanties, de kennelijk niet te stuiten prestatiebeloning en de door de bezuinigingen op scholen steeds maar hoger wordende werkdruk voor leraren.
We moeten ons niet verzoenen, maar het gevecht aangaan. Werkgevers en werknemers in het onderwijs moeten niet terugvallen in oude reflexen en gewoonten. We moeten samen eisen stellen aan de politiek, voor de leraren, voor de kwaliteit van het onderwijs en daarmee voor onze leerlingen. Ouders zullen dat begrijpen.