2013-10-06 Verlaging lerarensalarissen
06-10-2013
Rondom de presentatie van het Nationaal Onderwijsakkoord is er door de ondertekenaars van dat akkoord van de daken geschreeuwd dat leraren er maar liefst 3,5 % in salaris op vooruit zullen gaan in 2014. In de media is dit percentage nogal eens klakkeloos overgenomen. Als je verder leest in het Nationaal Onderwijsakkoord, zie je dat het gaat om 34 miljoen euro voor alle Nederlandse leraren samen. Dat komt neer op zo'n 0,2 procent per leraar.Hoe komen de ondertekenaars dan toch aan die 3,5 %? Door handig gegoochel met cijfers, waar we niet intrappen.
Onderdeel van de zogenaamde ‘mazzel’ die de leraar gaat krijgen, is de 2% minder te betalen pensioenpremie. Pensioen is echter gewoon uitgesteld loon. Er wordt minder loon in de pensioenpot van de leraren gedaan en dat noemen de ondertekenaars van het akkoord dan een loonsverhoging. Dat is met recht een sigaar uit eigen doos.
De verlaging van de pensioenpremie is overigens wel fijn voor de fiscus. Pensioenpremies verlagen namelijk het bedrag waarover inkomstenbelasting wordt geheven. Nu die 2% in plaats van in de pensioenpot van de leraar op de rekening van de leraar wordt gestort, betaalt de leraar er inkomstenbelasting over. De 2% die voorheen volledig naar het pensioen van de leraar ging, krijgt hij nu echter niet netto te besteden.
En dan is er nog een meeroker uit de sigarendoos van de leraar.
Minder pensioenpremie voor de werknemer betekent immers ook minder pensioenpremie voor de werkgever, aangezien zij samen de totale premie in gelijke delen ophoesten. Waar er bij de werknemer sprake is van een verschuiving van het loonmoment, betekent het voor de werkgever nu gewoon een besparing op de loonkosten. De werknemer krijgt dus simpelweg minder (uitgesteld) loon van zijn baas.
Een salarisverlaging voor leraren dus.