2016-05-21 LIA enthousiast over wetsvoorstel instemmingsrecht (G)MR op hoofdlijnen begroting
21 - 05 - 2016
LIA is blij met het wetsvoorstel van het kabinet om de (G)MR
instemmingsrecht te geven op de hoofdlijnen van de begroting. Hoewel de
minister in februari van dit jaar nog stelde dat dit instemmingsrecht
'een brug te ver' was en 'wenselijk om niet nu te regelen', heeft
voortschrijdend inzicht haar kennelijk tot andere gedachten gebracht. De
VO-raad heeft echter bezwaren tegen dit voorstel en roept zijn leden op om te
reageren op de internetconsultatie bij dit wetsvoorstel.
Dit is voor LIA onbegrijpelijk, omdat de VO-raad telkens stelt veel waarde
te hechten aan medezeggenschap en van mening te zijn dat beleid niet onwrikbaar
moet worden vastgelegd in een cao vo, maar zo veel mogelijk binnen de scholen
moet worden bevochten tussen bestuur en werknemers. Instemmingsrecht van de MR
op de begroting maakt daarvan natuurlijk een zeer belangrijk onderdeel uit.
Toch lijken de schoolbesturen benauwd te zijn voor het meekijken van de
werknemers in de keuken waar de begrotingen worden (voor)bereid. De
VO-raad is van mening dat het wetsvoorstel onvoldoende in balans zou zijn.
LIA ziet niet in waarom dit het geval zou zijn. De VO-raad dicht de MR een
onvolwassen kijk op de jaarbegroting toe en wenst dat een MR zich alleen mag
uitspreken op hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid van
schoolbesturen. Men is bang dat de MR zich onvoldoende zou vergewissen van het
feit dat belangrijke strategische keuzes van besturen een horizon hebben die de
jaarlijkse begroting (ver) overschrijdt. Deze betutteling van medezeggenschap
door schoolbesturen ziet LIA als zeer ongewenst. Het is zelfs buitengewoon
ongepast om in deze tijd, waarin steeds meer artikelen in de cao VO een open
eind hebben en met instemming van de medezeggenschap door schoolbesturen zelf
worden ingevuld, op het punt van de jaarlijkse begroting een brevet van
onvermogen aan diezelfde medezeggenschap toe te kennen.
Daar komt nog bij dat de VO-raad stelt dat de open formulering in de Memorie
van Toelichting bij het wetsvoorstel voor onrust zorgt. Het baart de VO-raad
zorgen dat wordt gesteld dat ‘de verdere invulling van wat tot de hoofdlijnen
van de begroting moet worden gerekend aan de scholen wordt overgelaten’.
Kennelijk baart het de VO-raad geen enkele zorg dat daar waar de cao VO niet
eenduidig bepaalt welke regeling op elke school van toepassing is, in overleg
met de medezeggenschap naar eigen inzicht van de schoolbesturen bijna alles tot
beleid kan worden verheven. Zelfs wanneer dit volgens LIA aanleiding kan geven
tot rechtsongelijkheid. Nu de schoolbesturen door het wetsvoorstel in hun
beleidsvrijheid kunnen worden beknot, is men plotseling bang voor geharrewar
met de medezeggenschap. LIA vindt de opstelling van de VO-raad hier
ongehoord.
Alles bijeen ziet LIA (in het huidige proces van de lumpsum en de open einden in de regelgeving van de cao VO met de daarin genoemde taken van de medezeggenschap) dit wetsvoorstel als een logische vervolgstap.
LIA juicht dit
wetsvoorstel (bij de huidige totstandkoming van beleid op schoolniveau) dan ook
toe en roept zijn leden op hun opvattingen kenbaar te maken via de internetconsultatiepagina.
Met
vriendelijke groet,
Peter
Althuizen