Lid worden

Wat krijg je voor 90 euro per jaar?

  • Behartiging van de belangen van de leraren in het primair en voortgezet onderwijs
  • Inclusief rechtshulp bij vragen of problemen op uw werk
  • Faciliteiten op de website
  • Maandelijks de LIA-nieuwsbrief
Meld je nu aan

2012-09-10 Open brief aan politici

Den Haag, 10 september 2012

Open brief aan de campagnevoerende politici

Waarom heeft onderwijs nooit prioriteit in verkiezingstijd?

Het wordt de komende jaren weer onaantrekkelijker om in het voortgezet onderwijs te werken. Meer dan een kwart van de leraren staat nog steeds onbevoegd voor de klas en de komende jaren wordt het alleen maar erger. De kwaliteit van het onderwijs loopt steeds verder terug en de enigen die dat tegen kunnen gaan, zijn kennelijk de leraren zelf. Uit zichzelf zullen politici zeker geen actie ondernemen. Trekt niet genoeg stemmen.

Laten we beginnen met een voor buitenstaanders (politici en kiezers) op het eerste gezicht wellicht niet zo belangrijk issue. Onlangs is de wetswijziging onderwijstijd aangenomen voor het schooljaar 2013-2014. Voor leraren komen er minder feestdagen en roostervrije dagen en de zomervakantie wordt een week korter.
 
Leraren die structureel meer uren werken dan waarvoor ze betaald worden en die een enorme werkdruk hebben, kregen van de minister impliciet te horen dat de luie vlerken best een tandje bij konden schakelen.Voor andere politici loont het niet hier tegenin te gaan, men paait liever de publieke opinie dan het op te nemen voor die leraren met hun luizenbaantjes.

De traditionele bonden houden naïef vast aan de oude cao, waarin nog stond dat vijf voor de leerlingen roostervrije dagen ook voor leraren vrij mogen zijn. Men steekt gewoon de kop in het zand in de hoop dat de (nieuwe) minister ervoor kiest het hoofd gezellig mee tussen de wormen te steken.
 
De kans daarop is niet groot, ongeacht de politieke kleur van de nieuwe minister van onderwijs, omdat er in een nieuwe regeringscoalitie altijd partijen zullen zitten die de wetswijziging onderwijstijd hebben gesteund en geen gezichtsverlies willen lijden.
 
De traditionele bonden blijven zich zo net als de VO-raad op papier verzetten tegen de gevolgen van deze wet, maar zetten te laag in door er alleen maar een strijd van woorden en tekstinterpretatie van te maken en de uitwerking van de wet ‘nog niet geheel duidelijk’ te noemen.

Wij leraren zullen het er echter niet bij laten zitten. Met de door LIA georganiseerde driedaagse staking begin januari en de vervolgacties in Utrecht en Amsterdam is duidelijk geworden dat de Nederlandse leraar wel degelijk bereid is in actie te komen tegen slechte maatregelen uit Den Haag.

Leraren zullen, nu eerdere acties door de politiek genegeerd zijn, niet berusten in een achterhoedegevecht, maar de tanden laten zien. Ze kunnen een machtsfactor van jewelste zijn, als ze hun focus op de korte termijn - leerlingen nu geen schade berokkenen - verruilen voor een echte toekomstvisie. Daarbij is het noodzakelijk tijdelijke ‘collateral damage’ voor lief te nemen om de onderwijskwaliteit van de komende decennia te beschermen.

Wie van de politici uit het bovenstaande mocht menen te kunnen concluderen dat het voor het voortgezet onderwijs op dit moment alleen maar gaat om het al dan niet behouden van een paar vrije dagen, heeft het trouwens flink mis. Ook de onderhandelingen over de nieuwe cao dreigen namelijk weer faliekant te mislukken.

De werkgevers hebben nergens geld voor en de traditionele bonden hebben overal begrip voor. Beter gezegd: de werkgevers krijgen van de politiek nergens geld voor en de traditionele bonden zetten hen niet onder druk om dat geld op te eisen. Scholen moeten op dit moment bezuinigen op alles wat leraren en leerlingen (en dus ook ouders en samenleving) raakt.

Een opsomming: de klassen worden nog groter gemaakt. Leraren moeten nog meer lessen per week geven. Op boeken en andere leermiddelen wordt flink bezuinigd. De lerarensalarissen komen nu al voor vier jaar op de nullijn te staan. Het tekort aan bevoegde leraren stijgt steeds verder. De kosten voor onderhoud aan gebouwen en lokalen en energie zijn voor scholen bijna niet meer op te brengen.
 
Bovendien gaat het voor de onderwijskwaliteit en leerlingzorg funeste Passend Onderwijs gewoon door. Politici, traditionele bonden en onderwijswerkgevers zien niet in dat noch de leraar, noch de leerling gebaat is bij een klassensituatie waar beiden niet mee uit de voeten kunnen, de leraar omdat hij er onvoldoende toe is uitgerust, de leerling omdat hij in een nog drukkere leeromgeving terechtkomt met nog minder individuele aandacht.

De voor dit alles verantwoordelijke politici en de berustende bonden en werkgevers zijn volledig medeplichtig aan de uit dit alles voortkomende teloorgang van de onderwijskwaliteit in Nederland, als men niet tot actie overgaat.

Er moeten nu investeringen  komen in het primaire proces van leerling en leraar. Nederland heeft veel goede, nieuwe, bevoegde leraren nodig en op deze manier gaan we hen niet binnenhalen. Het benodigde geld kan deels gehaald worden uit een betere verdeling van het bestaande budget in de onderwijsbegroting, maar de politici van ons land moeten ook eens durven kiezen voor een verschuiving van prioriteiten en echt in onderwijs investeren.
 
Politici, waarom staat onderwijs in verkiezingstijd toch altijd onderaan uw prioriteitenlijstje?