Lid worden

Wat krijg je voor 90 euro per jaar?

  • Behartiging van de belangen van de leraren in het primair en voortgezet onderwijs
  • Inclusief rechtshulp bij vragen of problemen op uw werk
  • Faciliteiten op de website
  • Maandelijks de LIA-nieuwsbrief
Meld je nu aan

Werkdruk

28-06-2009

Kanttekeningen bij het eindrapport Tijdsbesteding Leraren voortgezet onderwijs.

 

1. Van de 10.000 leraren die zijn aangeschreven met het verzoek om medewerking, heeft slechts 20% daadwerkelijk meegedaan (blz. 10). Had de andere 80% het te druk?


2. In de loop van het onderzoek haakten ook veel leraren weer af (blz. 10). Sommigen van hen noemden tijdgebrek als reden (blz. 11).

 

3. Desalniettemin heeft ruim 80% van de leraren plezier in het werk (blz. 71), ondanks het feit dat de meerderheid vindt teveel werk te hebben (blz. 73)

 

4. Mijnheer Cornielje (die vindt dat er best wat vakantie kan worden ingeleverd) zal over blz.16 best tevreden zijn. Alleen al in de eerste en laatste week van de zomervakantie besteden leraren gemiddeld 23 uur aan schoolwerk, in de andere vakanties bij elkaar opgeteld gemiddeld 33,8 uur.

 

5. Op blz. 19 staat een zeer zorgelijk gegeven. Zorgelijk omdat het rechtstreeks van invloed is op de kwaliteit van het onderwijs. In plaats van de officiële 10% tijd die besteed zou moeten worden aan deskundigheidsbevordering, wordt hier nog geen 3% van de werktijd aan besteed. Blijkbaar geven leraren voorrang aan zaken die geen uitstel kunnen velen zoals correctie, cijferadministratie, lesvoorbereiding, etc.
Bovendien, blijkt uit de in het rapport opgenomen interviews, stellen scholen leraren vaak niet in de gelegenheid tot het volgen van deskundigheidsbevordering, omdat dit lesuitval met zich meebrengt en de onderwijstijd in gevaar brengt.

 

6. Een opvallende conclusie is dat deeltijders méér overwerken dan voltijders. Misschien moeten we ons afvragen waarom van de eerstegraders slechts 51% en van de tweedegraders slechts 54% voltijds werkt. Om dan dus vervolgens méér dan de betaalde uren te maken.

 

7. Met name de meer theoretische vakken (talen, exact, economie, maatschappijvakken) besteden veel tijd aan lesgebonden taken. Dit blijkt ook uit het aantal in het weekend gewerkte uren (blz. 31)

 

8. Het lerarenberoep wordt met name zwaar gevonden omdat er geen rustmomenten zijn. LIA denkt dat de momenten van rustig reflecteren over je vak, waarvoor in andere beroepen wellicht gewoon tijdens de werkdag tijd is, door leraren gevonden worden in de vrije tijd. LIA vraagt zich af of respondenten het lezen van vaktijdschriften en boeken over het vakgebied wel hebben meegeteld. Het rapport spreekt wel over correctie en lesvoorbereiding in het weekend en de avonduren.

 

9. Het rapport signaleert terecht (blz. 36) dat veel werkzaamheden plaatsvinden tijdens de pauzes. Toch worden die pauzes (blz. 40) van de gewerkte tijd afgetrokken!

 

10. Het begeleiden van nieuwe leraren (van hen is ongeveer een derde deel onbevoegd) wordt ook als belastend ervaren. Hier is sprake van een vicieuze cirkel: omdat onderwijs als zwaar wordt ervaren, haken erg veel nieuwe leraren weer af, waardoor steeds weer een nieuwe groep begeleid moet worden.

 

11. Het aantal (technisch) lesassistenten is afgenomen (blz. 91). Daar staat wel tegenover dat het aantal lerarenondersteuners en leerlingbegeleiders is toegenomen, maar deze functionarissen verrichten  “nieuwe” werkzaamheden. Hun nut staat buiten kijf, maar het is de vraag of zij de werkdruk van leraren verminderen.

 

LIA blijft van mening, dat het aantal lesuren flink omlaag moet, om meer tijd te maken voor ontwikkeltaken (nu de boeken “gratis” worden, en de scholen daar te weinig geld voor hebben gekregen, zullen leraren zelf meer materiaal moeten maken) en deskundigheidsbevordering in de ruime zin van het woord.

LIA vindt ook hier weer dat tenminste de gemiddelden van de andere Europese landen voor wat betreft het aantal lesuren binnen een volledige baan, en het aantal leerlingen per fte (tabel D4.1 en D2.2 van het OESO-rapport Education at a Glance 2008) in het Nederlands voortgezet onderwijs zouden moeten worden ingevoerd.

 

De minister kan nog vele commissies en instituten opdrachten tot velerlei onderzoek geven. Onze conclusies blijven steeds weer dezelfde. LIA wil dat leraren hun werk met plezier kunnen (blijven) doen en daarbij de ruimte krijgen en kunnen nemen om zich persoonlijk en professioneel te ontwikkelen om goed onderwijs te kunnen geven. LIA wil de beste leraar voor de klas, en de beste leraar is hij/zij die voldoende tijd en optimale omstandigheden krijgt om kwalitatief goed werk te leveren.

 

Zie het volledige rapport  Tijdsbesteding, Regioplan