Lid worden

Wat krijg je voor 90 euro per jaar?

  • Behartiging van de belangen van de leraren in het primair en voortgezet onderwijs
  • Inclusief rechtshulp bij vragen of problemen op uw werk
  • Faciliteiten op de website
  • Maandelijks de LIA-nieuwsbrief
Meld je nu aan

Laatste reacties

Onderzoek taakbeleid voor cao vo te laat gepubliceerd

                                                                            14 - 07 - 2025

Bij de onderhandelingen voor een nieuwe cao voor het voortgezet onderwijs staan twee onderdelen iedere keer weer op de agenda, de beloning en de werkdruk. Bij de beloning gaat het om compensatie voor de inflatie en een verhoging van het salaris om het beroep aantrekkelijker te maken, bij de werkdruk gaat het om maatregelen om het beroep aantrekkelijker te maken en preventiemaatregelen om te voorkomen dat jonge leraren binnen korte tijd hun schooltas weer aan de wilgen hangen en dat oudere leraren ziek of overvraagd voortijdig het onderwijs verlaten, vaak met grote gevolgen voor hun persoonlijk geluk, hun onderwijsplezier en hun inkomen. 

Hiervan zien we bij vakbond Leraren in Actie (LIA) jaarlijks de wrange resultaten: meer dan 5% van ons ledenbestand valt jaarlijks uit en verlaat teleurgesteld en/of ziek het onderwijs. Hoe dit bij andere vakbonden ligt, wordt niet uitgesproken, maar het kan niet anders dan dat dit bij de traditionele onderwijsbonden in dezelfde orde van grootte ligt. Waar LIA ieder jaar meer dan 100 collega’s voortijdig ziet uitvallen, moet dit bij een bond die beweert 40 keer zo groot te zijn rond de 4000 voortijdige uitvallers liggen, we vissen immers in dezelfde vijver. Het gaat dus in ieder geval om duizenden collega’s per jaar.

Het is daarom niet minder dan terecht dat de traditionele onderwijsbonden aan de cao-tafel iedere keer weer luid verkondigen dat er nu echt iets aan de werkdruk gedaan moet worden, voor alle scholen, voor alle collega’s op dezelfde wijze, streng vastgelegd in de cao. De afgelopen decennia is daar echter hoegenaamd niets van terecht gekomen. Bezuiniging op bezuiniging, bestuurlijke onwil, andere politieke prioriteiten en onmacht bij de vakbonden waren zeker deel van het probleem, waardoor het lerarentekort steeds verder groeide, de onderwijskwaliteit slechter werd, met leerlingen, leraren en onze samenleving als slachtoffer.

De laatste jaren roepen de traditionele onderwijsbonden nog luider dat de werkdruk nu toch echt prioriteit moet krijgen, in ieder geval bij alle cao-onderhandelingen van de laatste jaren. Bij de cao-onderhandelingen van 2024 werd er zelfs een harde lijn in het zand getrokken: als werkdrukverlaging niet in de cao geregeld zou worden, was staking onvermijdelijk. We weten hoe het gelopen is. Bij eerdere cao’s was het argument steeds om de werkdruk maar even te laten voor wat die was, omdat het in onzekere tijden belangrijker was om eerst de beschikbare loonruimte te benutten voor een loonsverhoging, voordat de politiek of de werkgevers hun bod eventueel zouden intrekken. 

Ook in 2024 bonden de onderwijsbonden weer in, met het ‘nieuwe’ argument dat er geen draagvlak voor actie onder leraren zou zijn. De bondsbestuurders gaven hun leden na een peiling een positief advies voor het accepteren van het onderhandelaarsakkoord, niets werd er echter door diezelfde bondsbestuurders gedaan om de actiebereidheid aan te wakkeren, met wederom triest gevolg voor vele leraren en daarmee verbonden ook weer een vergroting van het lerarentekort.

Wel spraken de VO-raad - de belangenbehartiger van de onderwijsbestuurders - en de bonden AOb, CNVO, FvOv, FNV Overheid en FvOv samen af dat het arbeidsmarkt- en opleidingsfonds Voion een landelijk onderzoek zou gaan uitvoeren naar de afspraken over taakbeleid op alle vo-scholen in Nederland. De resultaten hadden op 1 april bekend moeten zijn, maar zijn pas onlangs, begin juli, op klassieke vakbondswijze vlak voor de zomervakantie gepubliceerd, een moment waarop het hoofd van een leraar meer naar een goed boek en een paar weken rust staat dan naar het lezen van duizelingwekkende cijfertjes in een taai rapport. Bij lezen van het onderzoek vol verwarrende en alle kanten op schietende cijfers merken wij in ieder geval op dat het taakbeleid op de vo-scholen in Nederland een grote ongeregelde rotzooi is. Scholen interpreteren de ‘regels’ naar hartelust op geheel eigen wijze, met grote verschillen per school en per leraar. 

De bonden en de werkgevers laten het dossier nu gewoon liggen tot het najaar, waardoor de nieuwe cao voortgezet onderwijs waarschijnlijk weer niet op tijd zal kunnen ingaan. Bijkomend probleem voor de cao voorgezet onderwijs is ook nog eens dat de cao primair onderwijs wel klaar is, met daarin een loonsverhoging van 4,9%, die ook zal moeten gelden voor de cao voortgezet onderwijs, omdat een nieuwe, omgekeerde loonkloof moet worden vermeden. De speelruimte voor werkdrukverlaging zal zo dus zeer klein zijn, maar, hoera, er zal straks naar aanleiding van dit landelijke onderzoek van Voion een raamwerk ‘professioneel gesprek en taakbeleid’ komen dat de werkdruk voor het onderwijspersoneel moet aanpakken. Het was de bedoeling dat dat kon worden gebruikt bij de totstandkoming van de nieuwe cao met daarin concrete afspraken over werkdrukvermindering. 

LIA koestert weinig illusies over het eindresultaat bij de cao straks in het najaar of, waarschijnlijker nog, in het nieuwe jaar. Er zal een cao komen waarmee nog meer intern op scholen gepraat en gerommeld kan worden, waarbij de leraar weer het nakijken zal hebben in het gevecht met schoolleiding en schoolbestuur. In de nieuwe cao voortgezet onderwijs staat straks weer geen voor alle leraren in Nederland gelijk maximum aantal lessen per week, weer geen voor alle leraren in Nederland gelijk maximum aantal leerlingen per klas, weer geen voor alle leraren in Nederland gelijk aantal uren deskundigheidsbevordering (Individueel en collectief), weer geen voor alle leraren in Nederland gelijke limitatieve opsomming van overige taken genormeerd in tijd, weer geen voor alle leraren in Nederland gelijke opslagfactor voor voor- en nawerk bij een les van minimaal 1,9, waarbinnen uitsluitend ruimte is voor de tijd die leraren nodig hebben voor het voorbereiden van lessen en het nakijken van toetsen en opdrachten (waaronder begrepen de administratieve verwerking daarvan).

De traditionele bonden verschuilen zich achter klassieke smoesjes als ‘het thema werkdruk is complex’ en ‘we werken constructieve aanpassingen uit’. De leraar is de dupe. De VO-raad lacht in zijn vuistje.

Peter Althuizen
Voorzitter Leraren in Actie